Tip je een vriend of vriendin!

E-mailadres(sen) van vriend(en)


Jouw Email-adres


BuiltWithNOF
Victor Schauberger

Watertechnologie vanuit de tegenstroom

Door natuur bewogen: Victor Schauberger

door Ebeth van Loon

Een watertovenaar werd hij weleens genoemd. Victor Schauberger, (1885-1958) Oostenrijkse boswachter, natuurwetenschapper en uitvinder, kende de waterkrachten inderdaad zeer goed. Menigeen deed hij verbluft staan met zijn inzichten en uitvindingen. Zeer bekend zijn zijn waterwegen voor bomentransport geworden, zijn studies van forellen die tegen de stroom op kunnen zwemmen. Dat Schauberger ook machines maakte, waaronder vliegmachines, en uitvindingen voor de landbouw heeft gedaan, is minder bekend. Vreemd dat deze man nog steeds een randverschijnsel is.

Een boswachtersfamilie in Oostenrijk

Victor Schauberger stamde uit een geslacht van boswachters. Zijn achter-achter grootvader had zich rond 1680 vanuit Bavaria in Oostenrijk gevestigd, aan de voet van de Dreisseselberg. Hij startte een tak van de familie, die zich vrijwel uitsluitend bezig hield met bos- en wildbeheer. Van jongs af aan was het duidelijk dat Schauberger in de voetsporen van zijn vader en voorvaderen wilde treden. Hele dagen bracht hij in de bossen door, op ontdekkingstocht naar planten en dieren, of de talloze waterbeken volgend die door de bossen stroomden. Vooral dat laatste, water, had zijn grote interesse; Wat zijn de eigenschappen en wetmatigheden van water? Hoe werkt de samenhang tussen temperatuur en beweging van het water?


Viktor Schauberger

Van zijn vader en andere oude boswachters leerde hij veel wat niet in de boeken stond:

“Zij steunden op hun eigen ogen en wat ze intuïtief aanvoelden. Boven alles herkenden ze de innerlijke helende kracht van water en begrepen dat water, wanneer het door irrigatiekanalen gevoerd wordt bij nacht, een significant betere oogst kan opleveren....” (1)

Zo ontdekte Schauberger, door bestudering van het water, gaandeweg haar krachten en wetmatigheden. Koelte en donkerte versterken het water. Een uitgedroogde bron ging weer stromen, nadat er een stenen muur omheen werd gebouwd, ter beschutting tegen de zon. Deze beschutting was ooit weggehaald, waarna de bron was uitgedroogd. De meest optimale temperatuur voor water bleek 4 oC te zijn. De vissen zochten deze temperatuurplekken op om te baren, aan de kanten bevond zich hier de rijkste vegetatie. Ook de beweging van water speelt een rol; water neigt uit zichzelf te meanderen en maakt kronkelende, centrerende bewegingen.

In 1918 diende de eerste mogelijkheid zich aan om deze bevindingen in de praktijk te brengen. Het was winter, vanwege de Eerste Wereldoorlog waren brandstoffen schaars, en de trekpaarden om hout uit de bossen mee te halen waren ook aan het front ingezet. Schauberger krijgt van de magistraat van Linz de kans om het brandstoffenprobleem voor de stad op te lossen. Behalve een smalle beek waren er geen grote rivieren om boomstammen uit de bossen naar de stad te krijgen. De beek werd door bosbeheerders afgedaan als onbruikbaar voor bomentransport. Schauberger besluit er echter wel gebruik van te maken, en wel in de vroege ochtenduren, bij volle maan, wanneer naar zijn inzicht het water het meest krachtig is. Het lukt om in één nacht 1600 kubieke meter hout het dal in te krijgen. Met deze methode, die hij later verder uitwerkte tot waterviaducten voor bomentransport, kreeg Schauberger grote bekendheid. Door rekening te houden met de juiste temperatuur voor het water en het in haar eigen, meanderende beweging te ondersteunen, konden zo enorme boomstammen op een heel dun laagje water vervoerd worden.


Schauberger Transportbaan (1930)

Machines vanuit de tegentroom; water en lucht

Door bestudering van forellen in de beken, ontdekte Schauberger dat in stromend water een tegenstroom aanwezig is; geen water-, maar een levensstroom die in tegengestelde richting beweegt. De forellen maken hiervan gebruik om tegen de stroom in te bewegen. Een nachtelijke ervaring beschrijft hij als volgt:

“In het maanlicht dat direct in het kristalheldere water viel, kon elke beweging van de vissen in het water, verzameld in grote groepen, gevolgd worden. Plotseling verspreidden de forellen zich vanwege een bijzonder grote vis, die vanuit de diepte richting de waterval zwom. Het leek alsof de vis de anderen wilden storen, terwijl het danste in grote draaiende bewegingen in het water, snel heen en weer zwemmend. Toen, even plotseling, dook de grote forel in de straal van de waterval, die glinsterde als vallend metaal. Ik zag de vis een ogenblik onder een conisch gevormde straal van water, dansend in wild ronddraaiende bewegingen, waarvan de reden mij eerst niet duidelijk was. Het kwam toen uit dit draaien en dreef bewegingsloos omhoog. Aangekomen bij de eerste curve van de waterval rolde de vis over, en bereikte met een sterke duwbeweging het bovenste gedeelte van de waterval. Daar, in het sterk stromende water, met een stevige staartbeweging, verdween het.” (2)

Schauberger concludeerde dat de vissen zelf zorgen voor een versterkte tegenstroom, door water in te nemen en met een andere lading weer uit de vinnen te laten stromen. Hierdoor kunnen ze stil in het water blijven liggen, of als een speer tegen de stroom in gaan. (3) Hetzelfde geldt volgens hem voor vogels; tegenbewegingen van de lucht worden opgezogen door de vleugels, waardoor de vogels omhoog gaan. “Een vis wordt gezwommen, een vogel wordt gevlogen…” (4) Schauberger verhaalt ook over enorme stenen, die ’s nachts opgetild worden en tegen de stroom in bewegen, richting waterval. Niet alle stenen doen dit, maar enkel de ei-vormigen onder hen. (5)

Een andere, hiermee samenhangende waarneming was dat wanneer water of lucht in een draaiende vorm van rotatie gebracht wordt, energie zich opbouwt. Water kan zo zichzelf vitaliseren. (6) Het is een implosieve, centrerende kracht die uiteindelijk een opstijgende beweging kan bewerkstelligen. Schauberger gebruikte deze principes bij het maken van machines voor waterverlevendiging, en later ook bij machines voor energieopwekking met water en lucht. Hieraan werkte hij vooral alleen, rond de jaren dertig. Er is niet veel over bekend. Wél over machines om te vliegen: dezen zagen er uit als een soort vliegende schotels. Het is bekend dat in de Tweede Wereldoorlog een model meerdere tests succesvol doorstond. De vliegende schotel werkte op het principe van de vogels; lucht van buiten wordt opgezogen, binnen omgezet tot ‘energie’, waarna het weer naar buiten stroomt. Hierdoor ontstaat een vacuüm randje rondom de vliegende schotel, waardoor het zonder weerstand voort kan bewegen. Het was onder druk van het Nazi regime dat Schauberger hier tijdens de oorlog verder aan werkte, samen met een aantal gevangenen. (7)



Eén van Schauberger’s vliegmodellen

Een model schoot een keer de lucht in terwijl het een staart van blauwgroen, later zilverachtige schijn achter zich liet. (8) Hij heeft de vliegmachines nooit verder kunnen ontwikkelen; de Russen namen de modellen in beslag die bij hem thuis stonden (en bliezen vervolgens het huis op, voor het geval ze iets over het hoofd hadden gezien). Schauberger werkte namelijk samen met hoogopgeleide Russische krijgsgevangenen, die zeer zeker een deel van zijn kennis hebben meegenomen bij terugkeer naar de Sowjet Unie. Hetzelfde geldt voor de Amerikanen, die zijn onderzoekswerkplaats kwamen binnenvallen, vlak nadat de eerste schotel de lucht in was gegaan en het dak had vernield. Schauberger zelf: “ Een paar dagen erna verscheen een Amerikaanse groep, die leek te begrijpen wat er aan de hand was. Ze namen vervolgens alles in beslag wat ze maar konden pakken.” De Amerikanen hielden hem na de oorlog een tijd vast, zes maanden lang dag en nacht bewaakt door 6 militairen. Bij zijn vrijlating werd hem verboden nog enig onderzoek op dit vlak te ondernemen. Schauberger ging gewoon door, zij het dat hij gedurende die tijd weigerde buitenlandse fondsen aan te nemen en met zeer beperkte middelen zijn eigen gang ging.



Een ander Schauberger vliegmodel

Verlevendiging van aarde

Naast ontdekkingen rondom water, al dan niet in combinatie met lucht, heeft Schauberger zich ook met de ‘verlevendiging’ van aarde beziggehouden. Daarbij liet hij zich onder andere inspireren door boeren die nog vanuit oude kennis op geheel eigen wijze boerden. Een mooi voorbeeld hiervan is zijn verslag van een bezoek aan een oude boer, die er zeer eigenzinnige landbouwmethodes op na houdt. Diens omgeving beschouwt hem als enigszins getikt, maar zijn grond levert de rijkste oogsten in de wijde omtrek op. Schauberger gaat er op een avond langs, en treft de boer in de stal aan. Die staat al tonenreeksen zingend met een lange houten spaander te roeren in een grote bak met water, waar hij af en toe wat aarde in werpt. Bij stijgende tonenreeks roert hij tegen de klok in, als hij omlaag gaat roert hij met de klok mee. Deze ‘Maagdenhymne’, zoals hij het mengsel zelf noemt, verspreidt de boer over zijn land. Het zorgt voor een dunne huidlaag die als een violet schijnend filter op de aarde ligt. De aarde kan zo precies goed ‘ademen’. Vanuit de oude tradities werd dit ademend maken van de aarde ‘klei zingen’ genoemd. Schauberger concludeert dat het heen en weer roeren van de klei in het water zorgt voor een neutraal ‘voltage’. Uitgeworpen over het land zal er, nadat het water verdampt is, een zeer fijne kristallaag achter blijven, die ervoor zorgt dat de onderliggende aarde op precies de goede temperatuur van (ook hier) 4 graden blijft, en ook samenhangt met de juiste samenstelling van stoffen en zouten in de grond. De boer vertelt tevens dat hij met de hand oogst, met sikkels. Het was hem gebleken dat handgeslagen sikkels veel beter werkten dan machinaal gefabriceerde. Volgens Schauberger speelde hierin mee, dat, wanneer een zeis op een houten ondergrond gesmeed wordt, mechanische spanning wordt opgebouwd, die gedurende het oogsten als energie over het land verspreid wordt. (9)

Rond 1930 vroeg koning Boris van Bulgarije Schauberger om te onderzoeken waarom in dat land de oogsten van de landbouw zo omlaag waren gegaan. Tijdens zijn rondreis merkte Schauberger dat de Turkse boeren duidelijk betere oogsten hadden dan de andere boeren. Zij bleken als enigen nog met houten ploegen op het land te werken. De rest van de boeren was overgestapt op ijzeren ploegen, die recentelijk geïmporteerd waren, als onderdeel van landbouwhervormingen voor Bulgarije. Schauberger concludeerde dat ijzeren ploegen de vruchtbaarheid van het land aantastten. (10) Nader onderzoek toonde hem, dat ijzerdeeltjes in water de energie wegnemen, waardoor het futloos wordt. Daarbij warmt ijzer ook snel op. Wanneer je dus op het land met ijzeren ploegen gaat werken, wordt er een fijne laag van ijzer stofdeeltjes op het land verspreid, die het water ‘ontladen’ en het magnetisch veld van de aarde verstoren. Bovendien wordt door de bewegingen van de ploeg het ijzer verhit, waardoor de aarde waar zij doorheenklieft opwarmt en verdroogd. Schauberger ging op zoek naar geschikt materiaal voor landbouwgereedschap.
Zo kwam hij op koper, in combinatie met hout. Koper bewaart en beschermt de koude die nodig is voor optimale vruchtbaarheid van de grond en verstoort niet de kracht van het water of het magnetisch veld van de aarde. Hij maakte ook een ontwerp voor de vorm van de ploeg. Evenals bij zijn watermachines werd dit een spiraliserende vorm, die naar het uiteinde toe verdichtte.


Gepatenteerd ploegontwerp uit 1951

Schauberger organiseerde enkele proefnemingen met boeren uit de omtrek, met geweldig resultaat. Al gauw begon dit nieuws zich te verspreiden en spraken veel boeren in de omtrek van Salzburg over de ‘Gouden ploeg’. Schauberger tekende kort daarop, in 1948, een contract met een fabriek voor grootschalige produktie. Al spoedig meldde zich een plaatselijke bestuurder die de landbouwfinanciering in het gebied verzorgde. De man had een deal met een kunstmestfabriek en voorzag een drastische inkomstendaling. Of Schauberger dan een deel van zijn winst aan hem wilde afstaan. Schauberger weigerde, met het gevolg dat zijn fabriekscontract opeens werd opgezegd. Bovendien gingen vertegenwoordigers van landbouwverenigingen de boeren waarschuwen voor de ploeg, met als argument dat met meer opbrengsten, de landbouwprijzen en dus hun inkomsten zouden kelderen. (11)

Schauberger verbeterde nog zijn ploegen en heeft er patent voor aangevraagd in 1950. Daarnaast ontwikkelde hij nog een scala aan technologie en werkmethoden, bijvoorbeeld composthopen met een bepaalde samenstelling en in een ei-vorm, of kleine apparaatjes die een ieder zelf kan bouwen om in de tuin te gebruiken. Fascinerend zijn de aanbevelingen om met 'krachtwater' te werken door middel van een speciaal apparaat, de ‘repulsator’, waardoor aarde zich kan herstellen en het mogelijk zou zijn om zelfs woestijnen weer om te vormen tot vruchtbare grond.

Moraliteit en techniek

Victor Schauberger was een onderzoeker en ontdekker die we kunnen plaatsen in het rijtje van Tesla en Keely, ook twee onderzoekers rond eind 19e, begin 20ste eeuw, die vanuit de natuurkrachten ontdekkingen deden. (12) Waar Tesla zich vooral met het fenomeen elektriciteit, d.w.z. ‘gevallen’ licht, en Keely zich vooral met klank bezighield, kun je zeggen dat Schauberger vooral de nadruk op beweging en water legde. Hij was een uitmuntend waarnemer van de levenskrachten; hoe zij werken, waardoor zij versterkt of juist vernietigd worden. Dat hij zijn waarnemingen ook aan zijn hart toetste, blijkt ondermeer uit zijn zeer fundamentele inzicht, dat, gezien de vervuiling die (reeds toen al, jaren 30) door de techniek veroorzaakt werd, er iets helemaal mis moest zijn met de principes waar vanuit die techniek te werk ging. Gangbare techniek voor energie-opwekking werkt vanuit beweging door explosie, afbraak, uiteensplitsing en verhitting. Deze bewegingen zijn tegengesteld aan de bewegingen waar Schauberger bij beland was, werkend vanuit de levenskrachten zelf; koude en centrerende, opbouwende bewegingen van implosie en zuigkracht .

Schauberger had groot respect voor de natuurkrachten en zag de natuur ook als een levend organisme. Maar verder dan de mechanische benoeming ‘energie’ komt hij voor wat betreft de specifieke kwaliteiten van water en aarde niet. Hij geeft ze geen eigen naam, en komt daarmee ook niet in direct contact met de wezens die zich in de verschillende levenskrachten uitdrukken. Zo hikte hij bij wijze van spreken continu tegen de verschillende natuurwezens aan, maar stak zijn hand ter kennismaking niet uit. Schauberger schrijft, dat hij op een mooie zomerdag in een meer wilde gaan zwemmen. Voordat hij het water in gaat, begint het water plotseling te draaien, steeds sneller, drijvende boomstammen naar het midden van een spiraal zuigend. In het midden beland, staan ze rechtop en verdwijnen omlaag. Het water wordt weer rustig. Maar niet voor lang:

‘ Plotseling begon de bedding van het meer te rommelen. Zonder waarschuwing spoot een waterstraal zo hoog als een huis omhoog in het midden van het meer. Een geluid als donderslagen vergezelde de draaiende, schotelachtige pilaar van water. Toen, even plotseling, stortte de straal in. Golven sloegen tegen de waterkant, terwijl het water op mysterieuze wijze steeg, en ik gedwongen was snel te vertrekken” (13)

Deze ervaring zou heel goed een actie kunnen zijn geweest van een boze meernimf, die door hem erkend wilde worden. In zijn verklaring blijft Schauberger technisch: de gebeurtenis is een voorbeeld van de implosie- en regeneratiekrachten van water.
Toch was hij er sindsdien van overtuigd dat water een levend iets is, wat zichzelf kan opwekken, maar ook kan sterven. Dat laatste baarde hem grote zorgen. Reeds in de jaren dertig verhief hij zijn stem over de toekomst van de natuur en kan daarmee als één van de eerste milieu-activisten worden beschouwd. Hij heeft nog aangeboden om de Rijn, die regelmatig buiten haar oevers trad en reeds in de jaren dertig aan het verzilten en dichtslibben was, door spiraliserende stroming van het water te versterken, te helpen centreren. Dit kon mede bewerkstelligd worden, door spiraalversterkende vormen in de bedding van de rivier te plaatsen. (zie tekening) Het aanbod werd afgeslagen.

De Rijn werd een stervende rivier; de meanderende bewegingen zijn vrijwel compleet uit de Rijn gehaald, beschutting aan de kanten is grotendeels weg, de weerszijden zijn zo veel mogelijk verhoogd en jaarlijks moet de rivier voor enorme kosten gedregd worden. Voorzichtig aan begint men de rivier nu weer wat meer ruimte te geven. Schauberger was er als de dood voor, dat zijn uitvindingen voor verkeerde doeleinden misbruikt zouden gaan worden. Daar ontkwam hij zelf al niet aan; het moet zeer pijnlijk voor hem geweest zijn, dat zijn waterwegen voor bomentransport er mede voor gezorgd hebben, dat meer afgelegen bossen in hoog tempo weggekapt konden worden. “Het is duidelijk hoe de mens zowel de heerser, als ook de dienaar van de schepping kan worden. Maar deze mogelijkheid bevindt zich op het scherp van de snede, één fout kan hem in de afgrond doen storten. De mens die scheppende transformatie begrijpt, is als een God. Degene die hierin manipuleert voor eigen doeleinden, is een dienaar van de duivel, die de hele wereld kan vernietigen.”

Niets verontrustte Schauberger meer dan atoomenergie, en zijn laatste inspanningen waren er sterk op gericht om hier een alternatief voor te bieden. In de laatste jaren van zijn leven schijnt hij erin te zijn geslaagd zijn technologie een andere constructiebasis te geven. Bekend is dat hij in 1953 werkte aan een huisgenerator met spiraalvormige pijpen, waardoor iedereen goedkoop schone energie in huis kon krijgen.


Schauberger met een model van zijn huisgenerator, 1953

Uiteindelijk resulteerde dit in de aanvraag voor een uitgebreid patent gebaseerd op het principe van de ‘oprollende beweging’. Verschillende patentbureaus weigerden echter zijn aanvraag in behandeling te nemen omdat het niet zou gaan om een uitvinding in klassieke zin, maar om de ontdekking van een nieuwe natuurwet.

Schauberger raakte aan het eind van zijn krachten en was bitter gestemd. Eind 1957 wordt hij bezocht door twee Amerikanen die hem voorstellen drie maanden in Amerika een implosie-project op te zetten met onbeperkte middelen. Of hij al zijn modellen en documenten mee wil nemen. Schauberger besluit, tegen zijn principes in, om dit aanbod aan te nemen. Kort voor zijn vertrek zei hij: “Niemand van jullie in Europa wilde het hebben, nu gaat het jullie heel veel kosten om het uit Amerika terug te krijgen.”

In de snikhete woestijn van Texas wordt Schauberger in de zomer van 1958 met zijn zoon feitelijk opgesloten, terwijl een Amerikaans team (van o.m. atoomgeleerden) elders al zijn materiaal doorspit. Er is geen sprake van onderzoek ter plaatse. Na drie maanden eist Schauberger terug naar huis te kunnen gaan. De Amerikanen zetten hem onder druk en willen dat hij bij hen in dienst komt en in Arizona gaat wonen. Uiteindelijk draait de zaak er op uit dat Schauberger een document ondertekent waarin hij zich verplicht om aan niemand kennis over te dragen, behalve aan Robert Donner, de baas van het onderzoeksproject. Men laat hem gaan, al zijn onderzoeksmateriaal is hij kwijt. Deze psychologische klap heeft hem zwaar getroffen, bij herhaling hoorde men hem zeggen: “Ze hebben alles van mij afgepakt, alles. Ik behoor mezelf niet eens meer toe.” Vijf dagen na thuiskomst overlijdt hij, 73 jaar oud.

Tot op heden is alleen marginaal verder gewerkt met Schauberger’s uitvindingen. Dit is ongelofelijk, gezien de revolutionaire ontdekkingen die hij gedaan heeft en de relatief eenvoudige toepasbaarheid van deze uitvindingen. Zorg voor goede bebossing aan de weerszijden van waterstromen, versterk de eigen beweging van water, beplak de ploegen met koper, etc. Werk mee met wat het water zelf al aangeeft. Dat is heel nuchter, praktisch en diep moreel tegelijk. Hoog tijd dat Nederland hier mee aan de slag gaat. Het laatste nieuws: een commissie van de VN waarschuwt dat in 2025 tweederde van de wereldbevolking gebrek aan water zal hebben.

Het tijdschrift Vruchtbare aarde besteedde in nr 4, 2001, nog een fraaie special aan het werk van de Japanner Masaru Emoto, die de samenhang tussen klank en water onderzoekt. Zie ook Ode zomer 2002. Voorts zijn er een aantal waterverlevendigingsapparaten op de markt, waaronder die van de Zwitser Johann Grander.


De Wijsheid van de Bodem

Precies zo krachtig de zon
precies op zo’n afstand en met zo’n omwenteling
de aarde draaiend er om heen
precies met zo’n samenstelling van atmosfeer en aarde
dat temperatuur en grondstoffen
aan de marges van organisch leven voldoen

De huid van de aarde bestaat uit water en bodems.
Op bodems baseren zich planten, dieren en culturen.
De variatie aan bodems is als de variatie aan planten.
Bodems voor woestijnplanten en moerasplanten
van zand en slik
met kalk, zwavel en ijzer

Ingenieus is de opbouw van bodems.
Met een bodemskelet, variërend van
kale bergen met kristallen rotsen,
tot lagen van verweerd zand en klei.
Vergruizeld door water in ijs, rivieren en zeeën

Binnen dat skelet grote en kleine poriën
waarin de bloedsomloop van de bodem.
Water en lucht en voedingsstoffen
voedingsstoffen als metalen
losgerukt door zuurstof uit kristallen
ingevreten door koolzuurgas
en dode plantenresten
verteerd en herkauwd door dieren

Tot in kleimineralen
tot in wortelgangen
tot in bodemvorming
van jong naar oud
van pool tot evenaar
van berg tot zee
Alleen wijsheid kan zoiets verzinnen

Gerrit Rot

(Gerrit Rot is hydroloog en doet al jaren onderzoek naar de relatie tusen bodemvocht en ondiep grondwater)


Noten

(1) Blz 19, O. Alexandersson, Living Water, Victor Schauberger and the secrets of natural energy, Gateway Books, Bath Zie ook: De ontdekking van het waterraadsel, Hans Kronberger & Siegbert Lattacher, Uranus, 1998
(2) Living Water, p.22
(3) De eerder genoemde temperatuur van 4 graden speelt hier een belangrijke rol; een plons warm water meters verderop doet de forellen al als rietjes op het water meestromen.
(4) Living Water p.85. Je kan zeggen, dat de vissen en vogels in een etherstroom belanden. Boeiende vraag is, of er ook vogels zijn die pijlsnel tegen de wind in kunnen vliegen. Zou haast wel moeten. Ook in lucht geldt die onderstroom hoogstwaarschijnlijk, in tegengestelde richting.
(5) Volgens Schauberger is de ei-vorm een van de meest ideale vormen voor verlevendiging. Hij gebruikt de vorm zowel voor zijn machines voor water, als ook bij compostering van aarde, om het zo vruchtbaar mogelijk te maken.
(6) … en doet dat ook uit zichzelf; kijk maar eens naar het water dat uit de kraan komt; als je de kraan niet te hard zet, zie je hoe het water automatisch gaat spiraliseren. Een ander mooi voorbeeld voor gelukkige badbezitters; kijk eens naar de beweging van het water dat naar het putje gezogen wordt.
(7) Reeds in 1934 vond een ontmoeting plaats tussen Schauberger en Hitler, die bereid was hem al de benodigde onderzoeksmiddelen ter beschikking te stellen, nadat Schauberger een uur had gesproken: “Met uw vierjarenplan en de daaraan verbonden technologie vernietigt u Duitsland in plaats van haar op te bouwen. Langs deze weg zal Duitsland in tien jaar te gronde gaan…” (Lw blz. 17) Van het onderzoek kwam niets, omdat Schauberger weigerde samen te werken met bepaalde technici en natuurkundigen. Vanuit deze kringen is nog in 1938 (na de inlijving van Oostenrijk)geprobeerd hem gedwongen op te laten nemen in een psychiatrische kliniek. In 1943 werd hij voor de keuze gesteld: in concentratiekamp Mauthausen een onderzoeksteam opzetten, of opgehangen worden.
(8) Bij deze machines werkte hij vanuit het principe van zuigkracht. Zuigkracht heeft vanuit de geesteswetenschap bezien met het astrale te maken. En het astrale drukt zich uit in kleuren. Wie weet vandaar deze waarneming van hem.
(9) Opmerkelijk is dat de door Steiner in 1924 geïnitieerde Biologisch Dynamische landbouw met preparaten werkt, die door ritmisch roeren worden gemaakt en ook over het land worden verspreid. Minder bekend is dat Steiner ook aanbevelingen heeft gegeven voor andere ploegscharen en bij voorkeur hout in plaats van ijzer wilde toepassen.
(10) Helaas wordt niet vermeld wat koning Boris met dit advies gedaan heeft.
(11) In 1951-’52 voerde de Chemische Landbouw testcentrale van Linz (Oostenrijk) nog meerdere proeven uit met de koperen ploeg. Het bleek, dat zowel de kwantiteit (gemiddeld zo’n 30%) als de kwaliteit van de oogsten duidelijk omhoog gingen. Geteste aardappelvelden werden opmerkelijk genoeg ook niet aangetast door de Colorado-kever, een ware plaag, waar omringende landbouwgronden wél mee te kampen hadden.
(12) Zie artikelen in Bruisvatten 1 en 2 van N. de Jong.
(13) Opmerkelijk is dat de boomstammen niet meer bovenkwamen. Dit was bij de Ödseen in Hetzau. P. 54 “Living Water”