Tip je een vriend of vriendin!

E-mailadres(sen) van vriend(en)


Jouw Email-adres


BuiltWithNOF
Antroposofische begrippen

Wanneer we een huis bouwen, moet er eerst een idee zijn, een plan. Dan is er de architect die het idee uitwerkt. Er moet een locatie worden gezocht, waarna de grond bouwrijp moet worden gemaakt. Er moeten bouwmaterialen komen. Er moet volgens het plan stap voor stap gebouwd worden en bij elke fase zijn verschillende mensen betrokken, elk met zijn eigen specialiteit. Pas als het huis klaar is, zie je wat al die inspanning heeft opgeleverd. Op een vergelijkbare manier is de mens 'gebouwd' door geestwezens uit de geestwereld. Elk geestwezen heeft daarbij zijn eigen 'specialiteit' ingezet.
Vanuit de christelijke literatuur weten we dat er een complete hiërarchie bestaat in de geestwereld. Een leerling van de apostel Paulus (DionysiusAreopagita) heeft deze wezens en hiërarchie voor het eerst systematisch beschreven. Omdat de mens ook een geestwezen is, maakt hij deel uit van deze hiërarchie.

De hiërarchie in de geestwereld

De Drie-Eenheid

Vanuit dit gebied ontstond het plan om de mens te maken

Serafijnen

Geesten van de liefde

Cherubijnen

Geesten van de harmonie

Geesten van het willen

Kyriotetes

Geesten van de wijsheid

Dynameis

Geesten van de beweging

Excousiai

Geesten van de vorm (ook wel Elohim genoemd)

Archai

Geesten van de tijd

Aartsengelen

Geesten van de volken

Engelen

Geesten van het individu

Mens

Het enige wezen in de hiërarchieke lijn met een fysiek lichaam

Alle geestwezen uit de geestwereld zijn betrokken bij de schepping en de ontwikkeling van de mens en hebben zich a.h.w. ten dienste gesteld van die mensheid. Dat betekent tevens dat ze hun eigen ontwikkeling daarvan afhankelijk hebben gemaakt. Dat zegt iets over de verantwoordelijkheid die wij mensen hebben t.o.z. van die wezens, t.o.v. van onze medeschepselen, het dieren-,planten- en mineralenrijk en de wijze waarop wij ons persoonlijk en geestelijk ontwikkelen.
De schepping van de aarde en mensheid is niet zomaar gegaan. Het is, net als bij het bouwen van een huis, in fasen gegaan, in planeetfasen.

Oude Saturnus
In deze eerste fase werd aan de aanleg van ons fysieke lichaam gewerkt. De mens onderscheidde zich van zijn omgeving d.m.v. temperatuur verschillen, door warmte. Met ons huidige fysieke lichaam onderscheiden we ons van het niets. Het fysieke lichaam hebben we gemeen met de dieren, planten en mineralen

Oude Zon
In deze volgende ontwikkeling ontstond de aanleg van ons huidige ether- of levenslichaam. In deze ontwikkelingsfase werd het leven toegevoegd aan de warmte. Ons huidige, onstoffelijke ether- of levenslichaam bevat behalve het leven, onze onbewuste en ritmische processen, zoals de hartslag, ademhaling, spijsvertering, de voortplantingsprocessen, maar ook onze zelfgenezingskracht, het immuunsysteem, ons 'instinct', ons geheugen. Met ons ether- of levenslichaam onderscheiden we ons van de mineralen en hebben het gemeen met de dieren en de planten.

Oude Maan
De daaropvolgende ontwikkeling werd er aan de aanleg van ons astraallichaam, onze ziel, gewerkt. In onze onstoffelijke ziel huist het bewustzijn, onze emoties, zoals sympathie, antipathie, onze driften en hartstochten, het ervaren van pijn, verdriet, angst. De ziel hebben we gemeen met de dieren en we onderscheiden ons daarmee van de mineralen en de planten

Aarde In de huidige Aarde-ontwikkeling vond de geboorte van ons 'Ik', onze geest, plaats. In het onstoffelijke 'Ik' huist onze individualiteit, ons zelfbewustzijn (het ons bewustzijn dat we een bewustzijn hebben), onze objectiviteit, onze moraal of eigen verantwoordelijkheid, het waarom achter de dingen willen weten, het spirituele in ons. Met ons 'Ik', onze geest, onderscheiden we ons van de dieren.

Er zullen na de huidige Aarde-ontwikkelingen nog drie planeetontwikkelingen volgen, nl. de Jupiter-, de Venus- en de Vulcanus-ontwikkeling, waarin resp. het Geestzelf, de Levensgeest en de Geestmens door de mens zal worden ontwikkeld. In het totaal zijn er dus zeven planeetontwikkelingen.

De ontwikkeling van de mensheid op aarde kent ook zeven fasen. Een onderdeel hiervan vormen de zeven na-Atlantische cultuurperioden.
Oud Indische van 7227-5067 v.Chr.
Oud Perzische van 5067-2907 v.Chr.
Egyptisch/Babylonische van 2907-747 v.Chr.
Grieks/Latijnse van 747 v.Chr. - 1423 n.Chr.
Germaanse van 1413-3573 n.Chr., de tijd waarin we nu leven
Russisch/Slavische van 3573-5733 n.Chr.
Amerikaanse van 5733-7893 n.Chr.

In elke cultuurperiode (van ca. 2160 jaar) werd en wordt er zowel in de stof als in de geestwereld gewerkt aan de ontwikkeling van een specifiek wezensdeel van de mens.

Ook in het aardse leven van de individuele mens onderscheiden we een zevenvoudig ritme.

Ontwikkelingsfasen van het menselijk leven

0 - 7 jaar

de mens werkt aan de bouw van z'n eigen lichaam

7 -14 jaar

de mens werkt aan z'n eigen functioneren

14-21 jaar

het astraallichaam wordt geboren en verder ontwikkeld

21-28 jaar

de geboorte van het 'Ik' in de gewaarwordingsziel en de ontwikkeling van de gewaarwordingsziel

28-35 jaar

de geboorte van het 'Ik' in de verstands-gemoedsziel en de ontwikkeling van de verstands-gemoedsziel

35-42 jaar

de geboorte van het 'Ik' in de bewustzijnsziel en de ontwikkeling van de bewustzijnsziel

42-49 jaar

het voorbereidend werk voor de ontwikkeling van het Geestzelf

49-56 jaar

het voorbereidend werk voor de ontwikkeling van de Levensgeest

56-63 jaar

het voorbereidend werk voor de ontwikkeling van de Geestmens

Het woord 'eigen' is onderstreept, omdat in de eerste twee levensfasen het kind werkt (o.a. d.m.v. het doormaken van kinderziekten) aan het loskomen van de erfelijke eigenschappen van zijn ouders.

Reïncarnatie, karma
Elk individueel mens is een eeuwiglevend, geestelijk wezen (ons 'Ik' is onsterfelijk). Dat betekent dat we na onze aardse, lichamelijke dood verder leven in een geestelijke wereld. Het betekent ook dat we in diezelfde wereld al leefden voordat we werden geboren. Bij het sterven verlaten het ether- of levenslichaam, de ziel en het 'Ik' het fysieke lichaam, dat achter blijft en vanaf dat moment onderworpen is aan de wetten in het mineralenrijk, het ontbindt. In de geestwereld verwerken we de ervaringen uit ons aardse leven en bereiden we ons volgende leven voor. Het doel van het reïncarneren is: ontwikkeling van onszelf, van de mensheid, van de planeten en van alle wezens in de geestwereld. Aan al deze zaken leveren wij als individu een bijdrage. In de stof zijn er noodzakelijke ervaringen op te doen die nergens in de geestwereld op te doen zijn. Die ervaringen zijn dermate veelomvattend en zo verschillend dat ze onmogelijk in één incarnatie op te doen zijn. Welke ervaringen opgedaan moeten worden, wordt bepaald door onszelf, door ons eigen 'Ik', in samenwerking met andere geestwezens, in de perioden tussen twee incarnaties in. Ons voornemen, dat we meenemen naar de aarde, wordt mede bepaald door de karmische gevolgen van onze daden uit ons vorige leven. Elke daad heeft gevolgen en die gevolgen komen, in welke vorm dan ook, bij ons terug. Het is daarbij niet van belang of we dingen wel of niet met de allerbeste bedoelingen hebben gedaan. Het gaat puur om wat onze daden teweeg hebben gebracht in de ontwikkeling van mensen en van de aarde. Zolang we geen harmonie in onze daden weten te brengen, zal het reïncarneren doorgaan. Het voornemen is bedoeld om juist die ervaringen op te doen die ons geschikt maken om de volgende stap in onze ontwikkeling te kunnen aangaan. Het voornemen komt tot uitdrukking in onze biografie. Na de geboorte op aarde zijn we ons niet meer bewust van ons voornemen, omdat dit voornemen vastgelegd is in onze organen, die alleen maar kunnen functioneren dankzij ons levenslichaam, waarin geen bewustzijn is zoals wij dat kennen.

Tegenkrachten
Er zijn ook tegenkrachten die weliswaar niet tegen de ontwikkeling van de mensheid zijn, maar die dat willen volgens hun eigen doelstellingen. Twee van hen zijn:

Lucifer is de grote inspirator in de kunst, waardoor prachtige dingen zijn en nog zullen ontstaan. Maar hij is ook het wezen dat ons van onze aardse taken probeert af te houden: "Wat moet je toch op de aarde? Je hoort in de geestwereld thuis. Ga maar navelstaren in een hutje op de hei en onttrek je aan de jachtige maatschappij. Loop je idealen maar achterna. Deze tijd is niks, vroeger was alles beter, dus terug naar de natuur." Hij probeert de mens de luciferische geestwereld in te trekken, bv. d.m.v. drugs.

Ahriman is de grote inspirator in de huidige wetenschap, dat grootse zaken heeft voortgebracht en nog zal voortbrengen. Maar hij is ook het wezen dat ons afhoudt van de geestelijke wereld: "Hoezo geestwereld? Op de aarde hoor je thuis! De dingen die je doet, moeten nut hebben, geld opbrengen. De oorzaak van alles in de stof te vinden, dus de oplossing van alle problemen ook" (het pure materialistische denken). Steeds snellere computers, betere technologieën, vollere agenda's en vooral geen tijd hebben om over jezelf na te denken.
De werken van Ahriman zijn het karmische gevolg van de werken van Lucifer.

Je kunt niet zeggen dat je niets met Ahriman en Lucifer te maken wilt hebben, want ze spelen juist een wezenlijke en noodzakelijke rol in de ontwikkeling van de mensheid en dus ook in de ontwikkeling van elk van ons. Alles wat we om ons heen zien is Ahriman en Lucifer; ze zitten in ons. Hun strijd om onze 'ziel' speelt zich in ons af. Er tegen strijden of je ertegen verzetten, heeft geen enkele zin, want het zijn machtige wezens die een paar planeetontwikkelingen op ons voorlopen. Je verzetten tegen of afkeren van Ahriman, betekent bijna automatisch de wereld van Lucifer binnengaan en andersom. Het tegenovergestelde van het kwaad is dus niet het goede, maar een ander kwaad. Het zijn slechts kortdurende, spaarzame (en dus kostbare) momenten in ons leven dat we in het midden tussen Ahriman en Lucifer in kunnen staan: de plaats van het Christuswezen, want het volgende moment schieten we weer naar links of naar rechts. Het is onze taak om ons met deze wezens uiteen te zetten, om er wakkerheid, inzicht en bewustzijn aan te ontlenen. Om hun inspiraties te doorzien en ze om te zetten in daden die ten goede komen aan een menselijke, 'doorchristelijkte' ontwikkeling i.p.v. aan een ahrimanische of luciferische ontwikkeling. Op het moment dat we dat hebben bereikt, hebben we harmonie in onze daden gebracht en hebben we daarmee Ahriman en Lucifer van hun taak ontheven.

Natuur- of elementenwezens
Aardwezens:
- Gnomen: werk aan het fysieke.
- Boomfaunen en boomgroepwezens: werk aan bomen en boomgroepen.
- Meesters der mineralen, aardegod Pan: sturend en beherend werk in en op de aarde.

Waterwezens:
- Ondinen: leven van waterstromen op overige natuur bemiddelend.
- Nymfen van bossen, meren, zeeën, weiden, riviergoden: harmoniebeheer van een stuk natuur.
- Watergod: stuurt en beheert het water middels de waterwezens.

Luchtwezens:
- Sylfen en elfen: verzorgen de kleuren in atmosfeer en natuur.
- Feeën: dansen de kosmische harmonieën vanuit landschapspunten de ruimte in.
- Deva's: houden de oerbeelden van planten en landschapstempels vast.

Vuurwezens:
- Vuursalamanders: verzorgen groei, rijping, bloei en verbranding.
- Lichtbolwezens: verspreiden licht en warmte van de zonnestralen in de atmosfeer.
- Muzen: inspireren geestelijke kwaliteiten in ruimtes (weiden, kamers).

Om de wereld der natuurwezens te kunnen waarnemen, zou je 4 fasen moeten doorlopen, waarbij je het beste naar een plant zou kunnen kijken:

a) Onbevangen waarnemen (“ontfocust”),
b) Dan bouw je een beeld, een begrip op; misschien kom je tot een oerbeeld.      (Imaginatie)
c) Ga de plant dan toezingen. De natuurwezens“ zingen de plant bij elkaar” Dit opent je ziel tot bewustzijn. (Inspiratie)
d) Probeer dan in de vormgebaren te komen; Wat zegt hij in zijn beweging? Wat wil hij worden? Welk ideaal zit erachter? Dan kom je tot het wezen van de plant, het plantenwezen. (Intuïtie)

Een plant geeft in zijn gehele verschijning een beeld van het groeiproces in de tijd. Bij kinderen groeit er steeds een nieuwe fase overheen, zodat je de vorige groeikenmerken niet meer kunt zien.
Bij het waarnemen van kinderen heb je soms te maken met jouw eigen anti- en sympathiekrachten. Bij een plant kun je objectiever zijn (hoewel je misschien liever naar een roos dan naar een brandnetel kijkt. Ook hier probeer je objectief te blijven.). Ook zijn er bij en plant minder aspecten; hij is minder gecompliceerd…)
Natuurwezens maken contact via het gevoel; gnomen sluiten meer aan bij onze gedachten.
Zij zijn eigenlijk door de engelen uitgedacht en zo zijn ze dus eigenlijk geschapen.